GEBOORTEAKTE BEKEKEN OP VIRTUELE STUDIEZAAL DEN HAAG:
Geboorten 's-Gravenhage Periode: 1833-1842: 17-feb-1838 - 3-apr-1838 Aktenummer: 286-579, Fiche 185, afbeelding 1:
Akte 291.
Zoon van Joannes Jans Vliegendehond, handschoenmaker, en van Anna Elizabeth Pitjou.
WWW.HISTORIETILBURG.NL:
Levinus Vliegendehond (frater Mauritius)
Uit het huwelijk van Jan Jans Vliegendehond en de Friese Anna Pitjou werd op 15 februari 1838 in Den Haag Levinus Vliegendehond geboren. Hij was net vier jaar toen zijn vader overleed en zijn moeder in Loosduinen ging wonen. Lieven trad op 12 juli 1862 in noviciaat bij de fraters te Tilburg en nam daar de naam frater Mauritius aan. Op 15 september 1863 legt hij de driejarige geloften af. Hij verblijft dan als surveillant op internaat de Ruwenberg in Sint-Michielsgestel. Op 4 februari 1866 gaat hij naar Rome, waar op 10 februari zijn zoeaventijd begint (lgnr. 2302). Op 10 maart 1867 wordt hij korporaal; op 1 oktober 1867 sergeant. Naast zijn militaire loopbaan was ook zijn kennis van het Frans, de voertaal in het zoeavenregiment een pre. Een luitenantsbenoeming heeft hij onder druk van mgr. J. Zwijsen afgewezen. Deze zou het bezwaarlijk hebben gevonden dat een van zijn fraters officier zou worden. Hij heeft deelgenomen aan de veldtocht van 1867 en is met het Mentanakruis gedecoreerd. Hij heeft ook de Bene Merentimedaille ontvangen. Vanuit Rome en de omliggende plaatsen, waar de zoeaven gelegerd waren, heeft hij tientallen brieven geschreven, waarvan er zestig in het Weekblad van Tilburg en later de Tilburgsche Courant verschenen. In 1867 al verscheen een aantal van deze brieven in een brochure. Feitelijk heeft hij daarmee een flink stempel gedrukt op de wijze waarop de Tilburgers de strijd om het behoud van de pauselijke staat onder ogen kregen.
Na zijn terugkeer in Tilburg op 12 oktober 1868 gaat hij al spoedig weer naar de Ruwenberg. Op 7 september 1869 legt hij de eeuwige geloften af.
Op 16 oktober 1886 wordt hij overgeplaatst naar Curaçao, waar hij overste werd van het eerste fraterhuis daar. In 1986 werd ter herinnering aan de komst van de fraters naar de Antillen zijn beeltenis op een postzegel geplaatst. Bij terugkeer uit Curaçao in 1895 verblijft hij nog in Tilburg en Den Bosch voordat hij weer op de Ruwenberg terechtkomt. Op 7 september 1911 is hij daar overleden.