NameNini van Halteren , 149694
Notes for Nini van Halteren
MAURITSSTRAATUTRECHT.NL:
IN HET DOOR BERT GASSEN IN 1999 GESCHREVEN BOEKJE OVER DE GESCHIEDENIS VAN DE MAURITSSTRAAT IS EEN INTERVIEW MET MEVROUW KEMME TE LEZEN, WAARUIT WIJ, TER ERE VAN HAAR 85E VERJAARDAG, HIER EEN GEDEELTE WILLEN CITEREN.
NINI KEMME:
‘NIET IEDEREEN LAAT ZICH LEIDEN DOOR ANGST EN EGOÏSME’
Op haar dertiende verhuisde Nini Kemme (81) van Amsterdam naar de Mauritsstraat. Ze woont nu al 67 jaar op nummer 21. Haar vader, George van Halteren, werkte als directeur van het casino in Den Bosch. In de oorlog begon hij een kamerverhuurbedrijf aan huis, als dekmantel voor het onderbrengen van joodse onderduikers en leden van de ondergrondse. Aan Utrechters die zich bij ARTA aanmeldden om te verhuren vroeg hij als test: ‘Wilt U ook NSB-ers op kamers?’. Mensen die zich daar een fel tegenstander van toonden, werden genoteerd als mogelijk nieuw contactadres.
Eén van de eerste joodse onderduikers in het ouderlijk huis van mevrouw Kemme was een oude grijze dame. Aan haar uiterlijk was niet af te lezen dat ze joods was, zodat ze zich redelijk veilig kon bewegen. Overigens waren er ook ‘gewone’ huurders op kamers, die er geen weet van hadden dat zij ondergedoken zat.
George van Halteren overleed in 1943 aan een hartinfarct. De kamerbemiddeling werd overgenomen door de ondergrondse. Nini Kemme werkte destijds in de verpleging.
NSB
Mevrouw Kemme: ‘Op een gegeven moment kwamen er drie SS-ers op bezoek. Een jongeman van de ondergrondse deed open. Mevrouw Coebergh, de joodse onderduikster, was nog zo beleefd de SS-ers een kopje thee aan te bieden. Tijdens hun bezoek is de man van de ondergrondse hem op tijd gesmeerd, maar helaas is mevrouw Coebergh meegenomen. Ze heeft de oorlog wel overleefd. Kort daarna is ze, waarschijnlijk vanwege verzwakking, aan een ziekte overleden’.
De ‘andere partij’ zat in de buurt. Om de hoek, aan de Prinses Marijkelaan, woonde Mussert, de voorman van de NSB. Naast de Kemmes (nr. 23) woonde een Duitse familie, van wie de vader werkte bij het ‘Kolensyndicaat’ (handelsvereniging). De zoon maakte deel uit van het ‘Doodskoppenregiment’. Op Dolle Dinsdag waren de ouders plotsklaps verdwenen. Omdat er in de laatste oorlogswinter een groot gebrek aan brandstof was, haalde mevrouw Kemme kolen en houtwerk uit het huis op nummer 23, waar nooit meer iemand kwam. Toen de zoon zich toch een keer liet zien heeft ze hem dat keurig gemeld, met de boodschap: ‘Na de oorlog krijg je alles terug’.
Na de oorlog werden er Engelse officieren ingekwartierd op Mauritsstraat 21. Ze hadden hun mess ingericht in de voormalige woning van Mussert. Mevrouw Kemme heeft daar ooit nog een diner met één van de bij haar ingekwartierde officieren meegemaakt. Na afloop kreeg ze een schilderij mee uit de verzameling van Mussert, dat voor haar van de muur in de gang werd gelicht.